PBL ontnuchtert overheidsdoelstellingen voor elektrisch rijden
Early adopters
Volgens het PBL is het nu het nu vooral een kleine groep ‘early adopters’ die de stap aandurven om een elektrische auto te kopen terwijl de gemiddelde automobilist nog zeer terughoudend is ten opzichte van elektrische auto’s en andere alternatieve voertuigen. Vooral zakelijke rijders die wonen en werken in- en om grotere Nederlandse steden en dagelijks kleine afstanden rijden, durven nu een elektrische auto te kopen. “In de centra van grote steden als Rotterdam en Amsterdam is de laatste maanden iets opmerkelijks aan de hand. We zien elektrische taxi’s, elektrische scooters en zelfs elektrische rondvaartboten. Bovenal zijn er ineens allemaal kleine elektrische huurautootjes en nog opmerkelijker is dat overal oplaadpunten voor elektrische voertuigen als spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond zijn geschoten,” aldus Anco Hoen, onderzoeker bij het PBL.
Acceptatiegraad
Het PBL bekeek de acceptatiegraad van elektrische auto’s onder 2.500 Nederlandse automobilisten uit een TNS/NIPO panel. In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen plug-in hybrides (auto’s met brandstofmotor, een elektrische aandrijving en een oplaadbaar accupakket, zoals de Toyota Plug-in Prius ), gewone hybrides (met een brandstofmotor en een ondersteunde elektrische aandrijflijn zoals de Toyota Prius), waterstof auto’s en flexifuel auto’s (benzine-auto die evengoed bijna op honderd procent biobrandstof en bio-ethanol kunnen rijden). Hert onderzoek wijst uit dat de gemiddelde consument nog niet klaar is om elektrisch te rijden. “Mensen vinden elektrisch aangedreven voertuigen te duur, de actieradius te gering en er is een hoop gedoe met opladen. Dit onderzoek maakt duidelijk dat de ambitie van het kabinet om in 2020 minstens 200.000 elektrische auto’s op de weg te hebben rijden, gevaar kan lopen,” stelt Hoen.
Kilometervreters
Opvallend is dat de elektrische auto vooral populair is bij automobilisten die dagelijks weinig kilometers rijden. Deze groep verdient namelijk de hoge aanschafkosten minder snel terug. Wel hebben zij minder last van de beperkte actieradius. Hoen stelt dat de overheid meer moet doen om veelrijders warm te maken voor elektrisch rijden als ze de gestelde milieudoelstellingen willen behalen. “De groep die nu in elektrische auto’s rijdt, is namelijk niet erg interessant omdat ze slechts een kleine invloed hebben op het verbeteren van de luchtkwaliteit in steden. Als de grote groep leaserijders te bewegen zou zijn om op elektrische- of hybride auto’s over te stappen, zou de winst voor de luchtkwaliteit en het klimaat een stuk groter zijn. Toch is het verstandig voor overheden om zich ook op de early adopters te richten. Zij spelen een belangrijke rol om positieve verhalen te verspreiden over de nieuwe voertuigen. En hoe meer mensen alternatieve voertuigen zien rijden, hoe meer ze er in gaan geloven.”
Leaseconstructie
Het PBL vindt ook dat de prijs van de elektrische auto naar beneden moet. “Gerichte subsidies op de alternatieve voertuigen kunnen daaraan bijdragen evenals het zwaarder belasten van conventionele auto’s,” licht het PBL toe. Hoen denkt ook aan een reductie van variabele kosten zoals verzekering. Een andere optie is om de potentiële elektrische rijder te verleiden door alleen het casco van de auto te verkopen en het dure accupakket via een leaseconstructie aan te bieden. Hoen: “Uiteindelijk is dit voor de gebruiker niet goedkoper en misschien zelfs duurder, maar het kan wel de hoge aanschafkosten verminderen. Die vormen immers een belangrijke drempel.”
EL&I
Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) reageert neutraal op de uitkomsten van het PBL-onderzoek en weerspreekt de kanttekeningen over de haalbaarheid van de overheidsdoelstellingen. “Onbekend maakt onbemind, er moeten dus meer elektrische auto’s in het straatbeeld verschijnen. Naarmate er meer auto’s rondrijden, dalen de kosten. Dat is normaal bij innovaties. Ook wordt het opladen gemakkelijker, nu het (snel)laadnetwerk zich uitbreidt. Ook slimme leaseconstructies nemen nu toe.” Het ministerie dicht een belangrijke taak toe gemeenten en provincies ion de bevordering van het elektrisch rijden in Nederland. “Gemeenten zien steeds meer kansen voor elektrisch rijden in verband met verbetering van het lokale leefklimaat en de bedrijvigheid,” aldus een woordvoerder van het ministerie van EL&I.
Het complete rapport van PBL is hier te lezen.
Nog geen reacties