Autoverlichting: halogeen, xenon, LED, OLED en laserlicht
Steeds meer autofabrikanten nemen afscheid van halogeenverlichting
Steeds meer moderne auto’s zijn uitgerust met LED-verlichting, maar nog altijd rijden er ook veel auto’s rond met halogeen of xenon lampen. Daarnaast zijn er nog een heleboel nieuwe ontwikkelingen. Wat zijn nu precies de verschillen?
Halogeen
De halogeenlamp is inmiddels uit de schappen verdwenen, net als de gloeilamp. De reden? Halogeenpeertjes hebben vaak een energielabel C of D, terwijl energielabel B nu het minimum is. LED-verlichting is de nieuwe standaard. Voor auto’s mogen nog wel halogeenpeertjes worden verkocht. Niet heel vreemd, want nog altijd rijden er miljoenen auto’s rond met halogeenverlichting. Voor die auto’s zijn er nog gewoon halogeenpeertjes te koop. Eigenlijk is een halogeenlamp gewoon een oude gloeilamp, maar de halogeenlamp is gevuld met gas van broom of jodium. Vanwaar dit gas? Simpel: door dit gas wordt de gloeidraad heter waardoor een groter deel van de energie wordt omgezet in licht. Bijkomend voordeel is dat een halogeenlamp een langere levensduur heeft dan een gewone gloeilamp. Halogeenverlichting heeft een witgele kleur zoals je op onderstaande foto ziet.
Xenon
Zie je een auto rijden met blauwe verlichting? Grote kans dat het om een auto met xenonverlichting gaat. Een xenonlampje is gevuld met gas. Het duurt altijd even voordat de gassen in de lamp zijn opgewarmd om tot de volle lichtsterkte te komen. Om die reden wordt xenonverlichting niet gebruikt voor knipperlichten. Xenonverlichting is veel efficiënter dan halogeenverlichting en ook de lichtopbrengst is hoger. Dat vindt tegemoetkomend verkeer niet altijd fijn. Die denken wellicht dat je met grootlicht rijdt. Een xenonlamp gaat stukken langer mee dan een halogeenlamp. Gemiddeld gaat een xenonlamp tot wel 2000 uur mee. Ze zijn wel een stukje duurder dan halogeenverlichting.
LED-koplampen
Het woord LED staat voor light-emitting diode. In het Nederlands praten we over een lichtuitstralende diode. LEDs zijn al in 1962 uitgevonden, maar worden nu pas op grotere schaal toegepast, onder meer in auto’s. LEDs hebben als voordeel dat ze een grote lichtopbrengst hebben en ook energiezuinig zijn. Voor LEDjes bestaan verschillende formaten, variërend van 1,8 mm tot 20 mm, waarvan 3 en 5 mm de gangbaarste zijn. Ze kunnen door pootjes of aansluitcontacten op een printplaat worden vastgesoldeerd. Het voordeel voor auto’s is dat het brandstofverbruik daalt en dat de bestuurder meer ziet op de weg waardoor je beter kun anticiperen op de verkeerssituatie. Een LED-lamp kan met ongeveer 15 procent van de energie net zoveel licht produceren als een ouderwetse gloeilamp en is daarnaast liefst 8 tot 10 keer zuiniger dan de halogeenlamp.
Matrix LED-systeem
Met een Matrix LED-systeem kan er met behulp van klepjes binnen de koplamp een deel van de lichtstraal worden geblokkeerd. Tegemoetkomend verkeer en voorliggers worden niet fel beschenen, maar alle andere gebieden ertussenin en ernaast wel. In feite kun je dus altijd met grootlicht rijden, zonder dat andere weggebruikers er last van hebben. Ook verkeersborden worden met minder fel licht beschenen, waardoor de bestuurder zichzelf niet verblindt door terugkaatsend licht. Nu is zo’n lichtsysteem vaak nog optioneel te bestellen, maar wellicht wordt het in de toekomst wel standaard.
OLED
De nieuwste ontwikkeling op autolampengebied is OLED-technologie. OLED staat voor Organic Light Emitting Diode. Hoe werkt zo’n lichtsysteem? Dat is best een technisch verhaal. Elke OLED-unit bestaat in ieder geval uit twee elektrodes – waarvan er tenminste één transparant is – en vele dunne laagjes organische halfgeleiders. Dankzij een lage gelijkstroomspanning van 3 tot 4 volt lichten deze laagjes op. Elk laagje heeft een dikte van minder dan een duizendste millimeter. De kleur van de verlichting wordt bepaald door de moleculaire samenstelling van de lichtbron. Uniek aan OLED is dat het platte lichtbronnen zijn. LEDjes zijn bijvoorbeeld halfgeleiderkristallen en zijn dus niet plat. Leuk voor een designer is dat OLEDs traploos dimbaar zijn. Bovendien is het een compacte lichtunit, want andere optische componenten zijn overbodig. Daardoor zijn OLEDs efficiënt, licht en ze hebben nauwelijks koeling nodig.
Laserlicht
Een andere nieuwe ontwikkeling in autoland is de opkomst van laserlicht. Wel een nadeel: van nature geeft lasergrootlicht een blauw schijnsel. In het verkeer niet handig. Met fosfor is dat op te lossen. Dankzij fosfor wordt het blauwe licht omgezet in wit licht dat geschikt is voor gebruik in het verkeer. Laserlicht is helderder, homogener en scherper en vormt om die reden een ideale aanvulling op LED-koplampen. Laserlicht is met name handig voor bochtverlichting omdat het precies gericht kan worden.
Welke verlichting heeft jouw auto?
En, welke verlichting heeft jouw auto? Halogeen? LED? Of misschien wel OLED? Feit is dat je zo nu en dan een lampje moet vervangen. Een reservelampje bestellen kan bij de dealer of bij gespecialiseerde webshops. Een groot aantal autolampen staat bijvoorbeeld op Auto-onderdelen24.nl.
Nog geen reacties